Marion Haima
  • Welkom
  • Paintings
  • Mozaïek
  • Foto's
  • Boek Van Weimar tot Riethoven
  • Het Riethovens Dagblad
  • Webshop
  • Contact
  • Workshops
    • C.V.
  • Keramiek
  • Edelsmeden
Scroll naar beneden, aub .

Schrijfsels van Marion Haima



(Geschreven met een knipoog, naar aanleiding van mijn ingezonden artikel in het ED over De Collse Watermolen die toegeschreven is aan Van Gogh en de protestacties tegen de Shell in het Van Gogh Museum.)


Het Vage Vuur, November 2017
 
 Waarde Theo,

 
Uw brief van vorige week is gearriveerd en door mij reeds vele malen gelezen. Welk een stroom van gevoelens werden er op mij losgelaten bij het aanschouwen van zulke Hemelse beelden die ge met zoveel liefde gestuurd hebt! Zoo een wonder om pa en moe weer te zien. Zoo licht en transparant, bijna zwevend, door het ultramarijne blauw dat zoo prachtig harmonieert met hunne verschijning.
Ik zag dat pa en moe in goede gezondheid zijn en verwachtte niet anders. Zij hebben immers het Eeuwige Leven.
Het moet U vele inspanningen gekost hebben om de foto’s door te sluizen. Ge weet, ze vinden post niet zo amusant, hier. Zij zijn van mening dat het alleen maar onrust teweeg brengt onder deze zielen die toch al zo geschonden zijn. Ge weet, Theo, dat zij verloren zijn, althans de meesten. Ik heb U al zo vaak verwittigd over ‘het Vuur’, die krachtige, onaardse gloed die ook steeds meer bezit neemt van mij.
Het moet mij van het hart dat Uw inspanningen om mij hier vandaan te krijgen, geheel vruchteloos zullen blijken. Ge móet mij begrijpen, mijn waarde vriend, ik kán niet meer zonder hen. Zij hebben mij noodig, Theo, en verzachten mijn pijn.
Zij die het dichtste bij het vuur zitten, warmen zich het best, zegt men. Daar zoudt ge anders wel eens over kunnen gaan twijfelen als ge hier waard. De arme stakkers weten niet beter, zij kennen Uw wereld immers niet!
Gauguin is van de week vertrokken nadat hij hier is ontslagen, na al die jaren. Ge kunt hem eerdaags verwachten. Hij maakte nog amok en bijna hadden ze hem hier gehouden, ware het niet dat ik hem spoedig weer terug verwacht, ge weet wel waarom, hij kan de duivel zelf zijn.
Sien laat U groeten. Haar vuur brandt nog immer van verlangen naar mij, en ge kunt begrijpen dat ik nog immer verslaafd ben aan haar. Ik kan haar hier niet alleen voor mijzelf houden, dat mag klaar zijn. Indien dat wél het geval was geweest, dan zou zij immers bij U vertoeven, dat begrijpt ge wel. Michelet verstaat het, ik zie hem alle dagen.
Enfin, de tijd vliegt, Theo, en niet alleen bij mij. In den nacht, wanneer alle zielen kermen, gaan mijn gedachten nog steeds uit naar pa en moe, Jo en Jet, ja zelfs naar de door mij zo hoog geachte Mauve.. Hij zweeft dan voor mijne oogen. Zijn vermanende vinger wijzend naar mij, en dan naar boven… Het moet gezegd dat hij nogal opgehemeld wordt, daar. Als ge hem ziet, wilt ge hem dan verwittigen dat het een uitgemaakte zaak is. Ik blijf hier, zoals ik U al zei, Ik blijf hier, tot in den Eeuwigheid!
Het is maar goed dat pa en moe op tijd vertrokken zijn uit ‘het Aardse’. Spionnen zitten hier anders ook genoeg. Van tijd tot tijd komen mij zaken ten ore waar ik in het geheel niets van begrijpen kan. Het schijnt dat ze mij daar beneden vereren als een heilige of als een beroemdheid! Ge weet, ik vertrouw de roem zelf niet. Dat is 'zoiets als een sigaar met de brandende kant in de mond steken.’
Mijn naam gaat door vele monden sinds ik daar weg ben. Men verzamelt mij tegen vreeschelijke woeckerprijzen, schijnt het! Bloedpenningen zijn het, ook al word ik gehangen in volle zalen! Men treft mij aan op muren van dure etablissementen. Nee, geen schilderijen, maar hele wanden, vol beplakt met papier. Men copieert mij, Theo. Duizenden malen! Mijn oneindige liefde voor den menschheid wordt misbruikt, Theo. Ik word te kijk gezet op aschbakken, paraplues en kartonnen doozen. Ge begrijpt dat ik dat niet toe zou hebben gestaan. Alleen het gewin regeert daar! Soms stopt men mij in kluizen, gevangen en eenzaam, onbemind. Versteegen was nog niets, vergeleeken met deze handelaren in de kunst. Deze schandvlek breidt zich steeds verder uit als olie op het vuur! Stinkende olie, waar ge Uwe handen aan kunt branden!
Ge weet, Theo, ik heb mijn tijd gehad, daar beneden. Wederkeren kan niet meer. Hemel en aarde zijn voor mij passé. Ge kent mijn vurige wens. Mocht ge nog ooit in den gelegenheid komen, dan vraag ik U met klem om namens mij een woord te doen, daar beneden. Zeg hen dat het eenvoudig finí moet zijn!
​
Mijn onuitsprekelijke dank Theo, mijn waarde broer. Ik heb u lief.
 
Vincent

Geen idee

11/1/2016

0 Reacties

 
Foto

 



















​
De bel ging nog geen moment te vroeg.  Ik zette snel de uilenbril van mijn neus, trok een schort van mijn lijf, om vervolgens de deur met een zwaai open te maken.
De man was klein van stuk. Alles aan hem was kogelrond. Zijn neus; zijn lichtroze kale hoofd waar het late zonlicht op weerkaatste, en niet in de laatste plaats zijn buik, verpakt in een al even bolle zwarte broek, die met een paar stevige bretels was vastgesjord. Je zou eigenlijk een slangetje met ventiel verwachten. Een paar overmaatse zwarte schoenen eronder, maakte het gevoel compleet dat ik hier te doen had met een clown in burger. Een paar- op het eerste gezicht- eerlijke blauwe ogen, werden beschaduwd door borstelige wenkbrauwen  waarvan de grijze haren alle kanten op staken.
“Komt u maar binnen!”
Vooruit dan maar. Eigenlijk had ik er een bloedhekel aan om vreemde mannen te pas en te onpas in mijn huis toe te laten, je wist maar nooit. Hij gaf me een stevige knuist ter begroeting. De man had een paar kolenschoppen van handen.
De treinwissels lagen keurig naast elkaar opgesteld. De man keek ernaar, zweeg even. De verwachte opmerkingen bleven uit. Zoals: “Nou mevrouw, wel een paar bonkjes roest hé!’ Of: "Tja, dáárvoor kan ik echt geen vijfendertig euro betalen!”
“U had nog meer he?” vroeg de man, terwijl ik nogmaals de eerlijkheid in zijn blik probeerde te peilen.
Natuurlijk had ik nog meer. Jaren hadden ze op zolder bij mijn schoonvader gestaan, ten prooi aan de elementen, veroorzaakt door gaten in het dak. Verschillende keren was ik vertwijfeld met koperborstel en schuurpapier in de weer geweest en had enkele pogingen gewaagd om van de zwaar verroeste rails onderdelen nog iets bruikbaars te maken.
“Vijftig euro voor het hele spul, is dat wat?”
Ik hapte toe. Of ik hier te doen had met een oprechte opa die met zijn kleinkinderen uit nostalgie met treintjes wilde gaan spelen of met een doorwinterde opkoper, het was niet meer van belang. We ruilden mijn plastic zak met treinonderdelen tegen zijn splinternieuwe briefje van vijftig.
Toen de man vertrokken was, maakte ik een andere plastic tas open en keek erin. Schijnbaar troosteloze stapeltjes treinrails, met plakband bij elkaar gehouden, lagen in rijtjes op de bodem. Het zag rood van de roestkruimels.
Wie was nou de winnaar? Geen flauw idee… Één ding was zeker: zélf zou ik er geen cent voor gegeven hebben.



0 Reacties



Laat een antwoord achter.

    Author

    Marion Haima

      Schrijf iets:

    Submit

    Archieven

    November 2019
    April 2018
    November 2016
    Oktober 2016
    April 2016
    Oktober 2014

    Categorieën

    Alles

    View my profile on LinkedIn

    RSS-feed

  • Welkom
  • Paintings
  • Mozaïek
  • Foto's
  • Boek Van Weimar tot Riethoven
  • Het Riethovens Dagblad
  • Webshop
  • Contact
  • Workshops
    • C.V.
  • Keramiek
  • Edelsmeden